Elwin had depressieve gevoelens

Het verhaal van Elwin

Elwin (27) houdt van videogames, woont in Rotterdam en overwon de depressie waar hij sinds zijn 14e mee kampte. “Ook al helpt het negen van de tien keer niet: probeer iemand in vertrouwen te nemen. Je kan dit niet alleen.”

Hoi Elwin, kan je wat meer vertellen over jezelf?

Dat kan! Ik ben 27 jaar, woon in Rotterdam. Ik doe aan Kickboksen en speel ook graag videogames: meestal zijn dat adventure games zoals Tombraider en Uncharted. Mijn nieuwste ontdekking is Fortnight, al schaam ik me daar eigenlijk een beetje voor.

Dit is een interview in verband met depressie. Als ik zo tegenover jou zit, zie ik een glimlachende energieke jongen. Hoe gaat het nu met je?

Eigenlijk gaat het nu al een aantal jaren beter. Ik heb een moeilijke jeugd gehad en vanaf mijn veertiende echt somberheidsgevoelens ervaren. Het heeft tot m’n vierentwintigste geduurd tot ik echt kon zeggen: het gaat goed met me. Dat is nu alweer drie jaar geleden dat ik echt depressief ben geweest en hoewel het altijd een deel van me zal zijn, word ik nu niet zomaar meer somber.

Kan je me wat meer vertellen over hoe deze sombere periode begon?

Hoe en waarom een depressie begint, is ingewikkeld, het is geen optelsom. Je kan tien mensen in een gelijke situatie zetten en vijf worden er depressief en de andere vijf niet. Ik dacht al op hele jonge leeftijd na over de zin van het leven: ‘wat doe ik hier,’ ‘waarom bestaan we,’ dat soort vragen. Die gedachten hadden invloed, maar ook omgevingsdingen. Ik werd gepest en had ik een onveilige thuissituatie: mijn moeder heeft mij jarenlang emotioneel en fysiek mishandeld.

Wat heftig. Was er niemand die het door had: die je kon helpen?

Als kind heb ik wel pogingen gedaan om mensen te laten weten dat er iets niet pluis was, maar het is niet tot mensen doorgedrongen. Bij de BSO had de directeur wel een sterk vermoeden dat er iets niet klopte, maar hij was bang dat we uit huis geplaatst zouden worden. Het is een hele eenzame tijd geweest. Er was niemand met wie ik kon praten. Er zijn wel momenten geweest dat ik er bijvoorbeeld aan dacht om de kindertelefoon te bellen, maar ik wist niet wat er dan zou gebeuren, welke stappen er genomen worden.

Hoe voelde je je tijdens zo’n depressie?

Ik voelde me niet zozeer verdrietig, het was een soort gevoel van nutteloosheid: puntloosheid van het leven. ‘Waarom lijkt iedereen het zo leuk te hebben, terwijl ik me zo leeg voel’, vroeg ik me af. In het dagelijkse leven veranderde ik: ik ging steeds verder achterin in de klas zitten, zat in de pauze in het trappenhuis of het toilet, ging steeds meer spijbelen. Iets wat ook wel veelzeggend was, was mijn reactie op de vraag hoe het ging. Ik antwoorde eigenlijk altijd: ‘meh, het gaat’. Dat antwoord werd bijna een soort trademark. Het was mijn manier om te laten merken dat het niet goed ging.

Was je altijd non-stop depressief?

Er waren heus wel betere momenten, ademmomentjes van een uur en soms een paar dagen, maar de depressie kwam altijd weer terug. Ik had er geen controle over. En wat er dan gebeurde, was dat alle mooie of gelukkig momenten volledig werden uitgewist. Er is geen ruimte voor ratio. Je kan jezelf wel vertellen dat je je beter hebt gevoeld, maar het ombuigen van de gedachten lukt niet. Als je crasht, is alleen dat negatieve gevoel er nog.

Is er dan wel iets wat je kan doen tegen dat depri gevoel? Of iets wat iemand anders vóór jou kan doen?

Niet veel. Als je bent weggezakt, dan is het al fijn als mensen er gewoon voor je zijn. Dat ze bij je zitten, naar je luisteren, helpen om een hapje te eten. Maar ook dat is persoonsafhankelijk. Niet iedereen zit op deze vorm van steun te wachten en sommige mensen kunnen nog prima functioneren als ze depressief zijn. Scheer mensen nooit over één kam, het is nooit zo van: ‘depressieve mensen doen dit, of hebben dit of dat nodig.” Dat verschilt per mens.

Je vertelde dat het sinds je drieëntwintigste beter gaat. Hoe komt dat?

Een luisterend oor, iemand die aandacht aan mij wilde besteden, dat is het startpunt van mijn herstel geweest. Vooral ook omdat die persoon erkende hoe ik me voelde. Sommige mensen proberen onbewust om jouw gedachten om te vormen naar hun manier van denken en kijken. Maar, zo werkt het niet en het hielp mij heel erg dat er mensen om me heen waren die zonder oordeel of oplossing naar me luisterden.

Naast het luisterend oor was er voor mij vier jaar geleden ook echt een punt waarop ik tegen mezelf zei: nu moet het anders. Ik realiseerde me steeds meer dat de kern van mijn depressie ligt in de gedachte dat ik niks kan, dat andere mensen beter zijn. Ik ben dat gaan analyseren en ik heb mezelf gedwongen om er mee te dealen. Dus elke keer als ik een negatieve gedachte had, dwong ik mezelf om erachter te komen waar het op gebaseerd was. ‘Is dit waar’, ‘is het bevestigd door de buitenwereld of alleen door mezelf,’ die vragen stelde ik mezelf bij alles wat ik dacht of hoorde.

Inmiddels doe je ook veel voor anderen die kampen met depressie…

Ja, op de Hogeschool van Rotterdam heb ik samen met een ander meisje een balletje opgegooid met de vraag of er behoefte zou zijn aan een vorm van gespreksgroepen. Vanaf toen heeft het een vlucht genomen. We hebben een flyer gemaakt, een bericht op intranet geplaatst, docenten geïnformeerd: veel verschillende aanvliegroutes. Zo kwamen mensen op veel verschillende manieren bij ons terecht. Voor sommigen was dit de eerste plek waar ze over hun gevoelens praatte. Heel mooi om daar bij te zijn en te helpen waar nodig.

Heb je nog tips voor mensen met depressieve gevoelens?

Zoals ik al zei, is het heel persoonsafhankelijk. Bij sommigen is het bewegen of mediteren, voor anderen muziek of wandelen. Als ik één echt tip moet geven: als er ook maar één iemand is, bij wie je kan delen wat er in je omgaat, probeer dat dan te doen. Alleen al het delen van je gevoel is heel erg fijn, je voelt je anders zo eenzaam. Zelfs als je het al tien hebt geprobeerd te vertellen, dat wil niet zeggen dat het de 11e keer niet lukt.