Onderzoek

Eerste resultaten aangepaste EMDR-behandeling positief

Vlakt een traumatische herinnering sneller emotioneel af als je een cliënt met posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) tijdens zijn EMDR-behandeling positieve beelden laat zien dan wanneer je dat niet doet? Dat is simpel gesteld de vraag die John Molenaar onderzoekt. Eerder verscheen al een artikel op deze website. Inmiddels zijn we een aantal maanden verder, en zijn de eerste resultaten er. Het onderzoek is naar verwachting rond de zomer helemaal klaar.

Normaal gesproken, wordt bij een EMDR-behandeling een neutrale prikkel gebruikt. De cliënt roept  het traumatisch beeld op, waar hij last van heeft. Tegelijkertijd kijkt hij naar lichtjes of vingers die van links naar rechts bewegen. Om de 30 seconden vraagt de behandelaar vervolgens ‘Wat komt er nu in je op?’. De traumatisch herinnering bevindt zich in het werkgeheugen, het korte termijn geheugen. Dit heeft een beperkte capaciteit en door deze herinnering gelijk met een afleidende taak op te roepen wordt het traumatisch beeld instabiel en met een minder emotionele lading weggeschreven naar het lange termijn geheugen. Deze manier van EMDR-behandeling werkt bij veel mensen goed, maar een derde blijft klachten houden. Reden voor John om te onderzoeken of de behandeling niet nog effectiever kan.

In het onderzoek van John krijgt een cliënt drie keer een EMDR-behandeling. Een behandeling met wisselende positieve beelden, bijvoorbeeld knuffelde ijsberen en een skiër in een mooi sneeuwlandschap. Een behandeling met wisselende neutrale beelden, bijvoorbeeld een foto van een boom en een foto van een schaduw. En, in de derde EMDR-behandeling krijgt de cliënt een plaatje van een zwart getekend kruis te zien. Dit plaatje is willekeurig gekozen, het had net zo goed een streep of stip kunnen zijn. Het kruis is bedoeld als punt om op te focussen.

Inmiddels hebben 10 cliënten de EMDR-behandelingen ondergaan, dat moeten uiteindelijk meer dan 30 cliënten worden. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar de eerste resultaten laten wel zien dat met het gebruik van positieve beelden de levendigheid en naarheid van het traumatische beeld sneller afnemen dan bij de andere beelden, ook wel condities genoemd. John is voorzichtig positief. ‘Maar het pas echt weten, doen we rond de zomer. Dan wil ik mijn onderzoek afronden’, aldus John Molenaar.

Het kan ook nog zijn dat de grootte van het werkgeheugen een rol speelt. Korte termijn herinneringen bezetten ons werkgeheugen, en hoe kleiner dat geheugen is, des te sneller zou EMDR kunnen werken. Daarom meet John aan het begin van de behandeling het werkgeheugen. Aan het einde van het onderzoek kan hij dan de capaciteit van het werkgeheugen van de verschillende cliënten in combinatie met de uitkomsten van de EMDR-interventie vergelijken, en mogelijk conclusies trekken.

Als het onderzoek van John positieve resultaten oplevert, kan het zijn dat de EMDR-behandeling op termijn verandert. Er zal mogelijk op basis van dit onderzoek een aanbeveling worden gedaan de procedure van EMDR aan te passen in die zin dat er mogelijk een beter resultaat kan worden behaald wanneer je patiënten met positieve beelden afleidt in plaats van het nu gebruikelijke lichtje in de lichtbalk.

Meer weten?

Ik ben nog geen cliënt bij GGZ Delfland

We helpen je graag.

Naar Hoe wij je helpen Naar Hulp & ondersteuning

Ik ben een cliënt bij GGZ Delfland

Neem rechtstreeks contact op met je behandelaar of begeleider. Als naaste heb je vooraf toestemming nodig van de cliënt.

Ik heb geen contactgegevens